Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY8411

Datum uitspraak2006-09-13
Datum gepubliceerd2006-09-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers437310 \ CV EXPL 06-1553
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Verrekening van no-claim teruggaaf in aanhangige procedure


Uitspraak

Vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector kanton Locatie Tiel zaakgegevens 437310 CV EXPL 06-1553 127 PWWV uitspraak van 13 september 2006 Vonnis in de zaak van [zorgverzekeraar]. gevestigd te Zwolle en kantoorhoudende te Wageningen eisende partij gemachtigde M.G. Tempelman tegen [gedaagde] wonende te [adres] gedaagde partij procederend in persoon Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit - de dagvaarding van 22 maart 2006 - de conclusie van antwoord met een productie - de conclusie van repliek met producties. Het geschil en de beoordeling [eiser] vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 163,49, rente en proceskosten, waarna [eiser] bij repliek haar vordering heeft verminderd met een bedrag van € 118,59. De vermindering van haar vordering heeft [eiser] gemotiveerd met de stelling dat de vordering in hoofdsom door verrekening met de no-claim teruggave op 11 maart 2005 en dus vóór de dag van dagvaarding teniet is gegaan. [eiser] heeft [gedaagde] daarom in zoverre ten onrechte in rechte betrokken. [eiser] heeft onweersproken gesteld dat ruim voordien reeds buitengerechtelijke werkzaamheden waren verricht, die voor vergoeding door [gedaagde] in aanmerking komen. Het gevorderde bedrag is in overeenstemming met de redelijke en gebruikelijke tarieven zodat de vordering in zoverre toewijsbaar is. [gedaagde] is per saldo in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten (naar rato van het toegewezen bedrag betalen, met dien verstande dat geen salaris gemachtigde voor de repliek wordt toegekend. De beslissing De kantonrechter veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 44,03; veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van [eiser] tot vandaag begroot op € 88,38 voor dagvaardingskosten, € 90,00 voor vastrecht en € 30,00 voor salaris gemachtigde; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2006.